Cats know how to obtain food without labor, shelter without confinement and love without penalties.
— W.L. George
Het blijft ook voor mij steeds weer bijzonder om te zien wat voeding kan doen! Deze keer deelt Maaike haar verhaal. Dank je wel Maaike!
Al vanaf het moment dat Frans Ferdinand zo’n tien jaar geleden vanuit het asiel zijn intrek bij me nam, heeft hij problemen met zijn ingewanden gehad. Heel vaak was hij aan de diarree en hij gaf elke week wel een paar keer over. Bij een buikscan werd niets bijzonders gevonden, en nadat hij op speciaal voer was gezet, ging het beter, maar het bleef een beetje pappen en nathouden.
En toen ging het ineens helemaal mis. Op een morgen was hij na zijn ontbijt eigenlijk continu aan het spugen, tot er alleen nog maar bruinig schuim uitkwam. Vervolgens werd mijn altijd goedgemutste mannetje – het is eigenlijk een hondje in een poezenpak dat het liefst de hele dag bij je zit – met de minuut lustelozer; op het laatst lag hij als een stil tijgervelletje op de stoel onder de eettafel. Gelukkig konden we die dag nog bij de dierenarts terecht. Daar bleek hij maar liefst 41 ° koorts te hebben, dus hij moest blijven voor verder onderzoek. ’s Avonds kwam de diagnose: ontstoken galblaas en alvleesklier, leverwaarden ook niet goed. Het volgende moment lag hij met een infuus in zijn pootje in de opname. Het was allemaal heel spannend, maar gelukkig reageerde hij goed op de medicatie en mocht hij na acht (!) dagen weer naar huis.
Daarmee waren we echter niet uit de problemen. Hij leek dan wel weer zijn olijke zelf, maar zijn galblaas was nog steeds niet in orde, zo bleek uit een tweede scan, dus er volgde nog een antibioticakuur. Grote kans dat dit iets chronisch was. Hoe nu verder dan? De rest van zijn leven aan de medicijnen? Tja, wat moet, dat moet, maar ik wilde liever een natuurlijker oplossing. Gelukkig was daar Anneke met haar ervaring in de Traditionele Chinese Geneeskunde. Patiënten met soortgelijke klachten als Fer deden het vaak heel goed op een dieet volgens de Chinese voedingsleer, zo vertelde ze. Dit was een optie die me veel meer aansprak dan eentje met chemische middelen. Na een ‘Chinese’ diagnose heeft ze een dieet op maat voor Fer samengesteld, met alleen maar verse ingrediënten.
Stapje voor stapje hebben we het ingevoerd. Eerst vers vlees en vis, toen ook groentes en koolhydraten. Wie had kunnen denken dat meneer met smaak dingen zou eten die helemaal niet des poezen zijn? Werkelijk alles stofzuigert hij in een mum van tijd naar binnen. Spinazie? Jam! Zoete aardappel? Kom maar door, en een beetje rap als het kan! Kikkererwten? Het potje wordt grondig uitgelikt terwijl ze staan uit te lekken.
Voor zover het dat al niet was, is eten voor Fer echt het hoogtepunt van de dag geworden. Wanneer ik nieuwe porties sta te koken, hangt hij blèrend aan de keukenkastjes, soms zelfs aan mijn broekspijp. Wanneer zijn eten in de oven staat op te warmen, laat hij demonstratief zijn automatische voerbak open- en dichtgaan. En wanneer het belletje van de oven afgaat als we eens een ovenschotel maken, pavlovt hij kraaiend naar de keuken.
MAAR HET ALLERBELANGRIJKST IS NATUURLIJK HET RESULTAAT. DAAR HEB IK MAAR ÉÉN WOORD VOOR: VERBLUFFEND.
Overgeven doet hij zelden meer, en misschien is dit too much information, maar hij heeft nog nooit zulke mooie keutels geproduceerd. We zijn nu zo’n drieënhalve maand bezig en, zo bleek uit de laatste scan, de boel ziet er van binnen nog niet zo uit als zou moeten, maar is wel een stuk rustiger. Het zal altijd een zwakke plek blijven en we houden hem als een havik in de gaten, maar als het zo doorgaat, teken ik ervoor. Dank je wel, Anneke!